all works

135 works in Donemus catalogue

popular works

24 capriccio's voor viool solo

Genre: Chamber music
Subgenre: Violin
Scoring: vl

Forbidden Music Regained : Volume 4

Genre: Unknown

Spes patriae : sinfonietta voor klein symfonie-orkest, op. 62 / Marius Flothuis

Genre: Orchestra
Subgenre: Orchestra
Scoring: 2222 2200 timp 2perc str

latest edition

Forbidden Music Regained : Volume 4

Genre: Unknown

 

composer

Flothuis, Marius

Nationality: Netherlands
Date of birth: 1914-10-30
Date of death: 2001-11-13
Website: Treasured Composer's Page

“The title of Flothuis' 'Zoeken naar zuiverheid en schoonheid' [Search for purity and beauty], his 'in memoriam' for his friend Witold Lutoslawski, could actually also stand as the motto of Flothuis' own compositions. Clarity and balance are the characteristic traits with regard to form and idiom as well as instrumentation” (J.Kiliaan). Leo Samama describes Marius Flothuis as follows: “A lyricist pur sang, an artisan who eschews bombast of any sort and with great integrity and musical modesty practices his craft”. In addition to composing, Flothuis makes an impact as a musicologist, organizer and author. He has a long affiliation with the Concertgebouw Orchestra, first as a programme editor and later as artistic director. As a musicologist, he specialises in Mozart and is internationally active in this field. Flothuis is largely self-taught as a composer. In spite of his many other activities, he composes over 100 pieces.

1914 - 1932

Marius Flothuis wordt op 30 oktober in Amsterdam geboren. Als jongen speelt hij quatre mains piano met zijn oudere broer. Op de middelbare school (het Vossius gymnasium) componeert hij stiekem onder de les een cadens voor een klavierconcert van Haydn.

1932 - 1935

Flothuis studeert piano bij Bé Boef en Arend Koole en piano en theorie bij Hans Brandts Buys. Hij studeert muziekwetenschap bij Albert Smijers en K. Bernet Kempers aan de Universiteit van Amsterdam. Samen met latere uitgever Geert van Oorschot, publicist Jacques de Kadt, neerlandicus Garmt Stuiveling is Flothuis lid van een zeer kleine, linkse partij, de Onafhankelijke Socialistische Partij. Alhoewel deze partij nooit een zetel heeft behaald, deed zij door haar ludieke acties vaak van zich spreken.

1937 - 1939

Flothuis is assistent van de artistiek leiding van het Concertgebouw. Met zijn 'Vier Morgensternliederen' voor sopraan en piano (1938) maakt Flothuis zijn doorbraak als componist, mede dankzij het advies van Bertus van Lier om deze liederen in een symfonische versie om te zetten. Het Concertgebouworkest, onder Eduard van Beinum, voert de liederen uit.

1940

Zijn eerste boek, 'Mozart', verschijnt. Wat Flothuis aanspreekt in Mozarts werken is het "evenwicht in de instrumentatie" en het "evenwicht tussen vorm en inhoud".

1942 - 1944

Noodgedwongen legt Flothuis zijn werk neer, omdat hij niet wenst te collaboreren met de Nazi's. Flothuis belandt in Duitse gevangenschap. 1944: uit het dagboek van T. Wibaut-Guilonard, oud-gevangene van Kamp Vught: "Everard speelt voor zijn medegevangenen de ter ere van zijn verjaardag door zijn vriend Marius Flothuis gecomponeerde Aubade. Een première in Kamp Vught!" Ook componeert Flothuis dit jaar het 'Fluitconcert' en 'Valses sentimentales'.

1945 - 1946

Flothuis voltooit het 'Hoornconcert'. Voor Het Vrije Volk schrijft hij muziekrecensies en werkt als bibliothecaris bij de Stichting Donemus.

1949 - 1950

Flothuis' boek 'Hedendaagse Engelse Componisten' verschijnt. Hij voltooit de 'Partita' voor viool en piano (1950).

1951

Wouter Paap schrijft over Flothuis: "[...] daarbij kwam nog de opgave om een vereffening tot stand te brengen tussen zijn intellectuele aanleg enerzijds, en zijn lyrische geaardheid anderzijds. Het ziet er naar uit, dat hij er reeds een eindweegs in geslaagd is, deze schijnbaar tegenstrijdige eigenschappen beide aan zijn scheppend talent dienstbaar te maken."

1952

Flothuis krijgt de Prijs van de Northern California Harpists Association voor 'Sonata da camera' (op. 42, 1951), voor fluit en harp. Het 'Strijkkwartet' (op. 44) is voltooid. Flothuis zelf zegt hierover: "De hevige spanningen van het begin, geïntensiveerd door het Lento en het Allegro appassionato, vinden via het Allegro leggiero hun ontspanning in de coda van het laatste deel. Een 'happy ending', als men wil, zij het dan ook niet een in de sfeer van een feestroes, doch meer in die van innerlijke harmonie."

1953 - 1954

Bij het Concertgebouworkest komt Flothuis als programmaredacteur te werken. Hij voltooit 'Valses nobles' (opus 52, 1954) voor piano vierhandig.

1955 - 1974

Flothuis wordt artistiek leider van het Concertgebouworkest. In de jaren zestig profileert het orkest zich als een van de grote Bruckner- en Mahlerorkesten. Onder leiding van Flothuis komt ook de eigentijdse muziek aan bod, in speciale series en met medewerking van onder anderen Pierre Boulez.

1956 - 1957

Het 'Kwartet' (1952), voor strijkers, wint de Prof. Van der Leeuwprijs. Flothuis componeert 'Symfonische muziek' (opus 59, 1957).

1962

Flothuis ontvangt de Prijs van het Ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen voor 'Symfonische Muziek' (1957). De concerten zijn "eerder dialogen voor solo-instrument en voor groot uitgevallen kamermuziekensemble dan heroische gevechten tussen eenling en collectief" (E. Overbeeke).

1965 - 1969

Flothuis voltooit 'Hymnus' (op een libretto van Ingeborg Bachmann) voor sopraan en orkest. Bij K. Bernet Kempers promoveert hij aan de Universiteit van Amsterdam op het proefschrift 'Mozarts Bearbeitungen eigener und fremder Werke' (1969).

1974

Flothuis wordt hoogleraar Muziekwetenschap aan de Universiteit van Utrecht. Zijn interessegebieden als musicoloog zijn, naast Mozart, ook Claudio Monteverdi, Franz Schubert en Gustav Mahler, verder Franse muziek tussen 1880 en 1920, en vrouwelijke componisten. Zijn 'Notes on Notes, Selected Essays' verschijnt.

1980 - 1994

In Salzburg werkt Flothuis als voorzitter van het Zentralinstitut für Mozart-Forschung. 'Denken over Muziek' verschijnt in 1993.

2001

Op 13 november overlijdt Marius Flothuis te Amsterdam.