composer

Wit, Harry de

Nationality: Netherlands
Date of birth: 1952-01-01

1952 - 1975

Harry de Wit (23 juli, 1952) groeit op in Ommen, Overijssel en komt uit een muzikale familie. Zijn grootvader had een circusorkest, zijn vader drumt in zijn vrije tijd en zijn moeder runt een dansschool. De Wit speelt in eerste instantie piano en zit in Groningen in meerdere bandjes. Zijn interesse gaat meer en meer uit naar experimentele muziek. Op zijn zeventiende gaat hij op wereldreis en ontdekt hij nieuwe instrumenten. De Wit is in 1975 betrokken bij Groningen In G Groot, een straatproject voor 120 blazers en een beiaardier.

1976 - 1980

Harry de Wit is werkzaam als muziektherapeut in de Van Mesdagkliniek te Groningen. In deze periode werkt hij mee aan het straatproject Rok En Roltrap (1976), componeert hij in opdracht van het Shaffy Theater het stuk Klankast voor acht muzikanten, twee dansers en diaprojectie, en componeert hij Tenen En Tonen (1979) voor zes muzikanten en elf dansers, in opdracht van het Ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk (CRM). Samen met Beppie Blankert, Kim van der Boon, Ed de Vos en Kees van Zelst vorm hij de band Mezzing. In april 1979 neemt hij concerten op in De Oosterpoort, samen met trombonisten Joep Maessen en Wolter Wierbos en bassist Jan Kamphuis (te vinden op het album April '79) en samen met Kamphuis, violist Philipp Wachsmann en percussionist Kees van Zelst (te vinden op het album For Harm). De opnamen worden in hetzelfde jaar uitgebracht door het Britse Bead Records. Hij onderneemt een Nederlandse en Duitse tournee met zangers Jana Haimsohn. Voor CRM componeert hij Vleugelblik (1980) voor acht muzikanten en vier dansers in een choreografie van Beppie Blankert. De instrumentenbouwer introduceert het Windslangorgel. Hij speelt vanaf 1980 enige jaren in het jazzkwartet Cumulus samen met Ab Baars, Wolter Wierbos en Mariëtte Rouppe van der Voor.

1981 - 1983

Voor de gemeente Dordrecht schrijft Harry de Wit Samenloop (1981), een compositie voor elektronica, stem en dans. Hij gaat samen met muzikanten en dansers op tournee door Engeland, Duitsland en België. Werkbezoek is een tapecompositie voor de gelijknamige theatervoorstelling van Ton Lutgerink en Ton Pompert. Met Stichting Dansproduktie en de dansers Beppie Blankert en Pauline Daniëls voert De Wit Feuilleton uit, gebruikmakend van tapes en zelfgebouwde instrumenten. Hij bouwt een constructie waarbij speelgoedpiano's en toetsen kunnen worden bespeeld met behulp van hengels en gewichtjes aan touwen. De muzikant treedt op in o.a. Rotterdam, Parijs en Tokio en tijdens de Berlijn-Amsterdam Manifestatie in 1983. Hij maakt tapes en eigen instrumenten ter begeleiding van Eksel, een theatervoorstelling van Poëzie Hardop, gebaseerd op teksten van Breyten Breytenbach. Het album Wantij is een soloalbum met stukken voor piano en 'prepared piano', opgenomen in het Shaffy Theater (26 mei 1983) en Odeon (14 juni 1983).

1984 - 1986

Voor de choreografie 13 (onderdeel van het dansstuk Profiel) van danseres Pauline Daniëls ontwerpt Harry de Wit het Kostrument, een grijs plastic pak met ingebouwde elektronica waarmee lichaamsbewegingen in geluid worden omgezet. De Wit speelt ook op instrumenten die zijn ontworpen en uitgevoerd door Willem Hienekamp, zoals de Roterboom, een 4,5 meter lange mast met vier draaiende, computergestuurde luidsprekers, de Klanktafel, de Slagharp en de Lange Snaar. Hienekamp is ook de bedenker en bouwer van onder anderen de Vonkentafel en de Beo, een klein geluidsapparaat met een oog dat reageert op licht, en het Taktom dat bestaat uit sensoren die de vingerbewegingen omzetten in geluid. Harry de Wit schrijft muziek voor de choreografieën En Suite (Dansproduktie), Dagger Of Charm (Vals Bloed) en Thin Cities en In Concert (Hans van Manen) en schrijft voor theaterproducties Shamra en Embodiment (met mimespeelster Isabelle Guillaume), Hetze (Onafhankelijk Toneel), Klimduin – Zenith en An Axe To Grind. Daarnaast geeft hij (solo)concerten in Yainville (Frankrijk), Rouen (Concert pour Centrale Electrique in een verlaten elektriciteitscentrale), Hannover, New York, Toronto en Parijs.

1992 - 1993

Harry de Wits eerste opera is Fausto (1992), geregisseerd door Jan Ritsema en uitgevoerd door Bergen Theaterproducties met zang van o.a. Astrid Seriese en Hans de Vries. Fausto is gebaseerd op het leven van wielrenner Fausto Coppi (1919-1960). De reacties in de pers zijn gemengd en de componist is achteraf zelf ook niet tevreden over de uitvoering. Song For The Pigeons (1993) is speciaal geschreven voor de ruimte waar het stuk voor het eerst wordt uitgevoerd: het Zentrum Für Kunst Und Medientechnologie in Karlsruhe, gevestigd in een oude munitiefabriek. Voor de uitvoering laat De Wit een piano bijna 25 meter omhoog takelen en voert hij het werk uit tussen de duiven.

1994 - 1995

Percussionisten Wim Konink en Marcel Andriessen brengen de cd Notes 94 uit. Het album wordt afgesloten met het stuk Max, een 'melofysiek duel voor twee slagwerkers'. De Wit levert composities en medewerking aan de stukken Sweeney Astray van Joan Jones (Toneelgroep Amsterdam, 1994), Robinson (1995) van het Belgische gezelschap Walpurgis onder regie van Rieks Swarte met Alexander Oliver (tenor) en Mireille Mossé (actrice), en De Tramlijn Die Verlangen Heet in een bewerking van Ivo van Hove (Het Zuidelijk Toneel, 1995).

1996 - 1997

Tijdens de presentatie van het Strawinksy Ensemble, op 6 april in De IJsbreker te Amsterdam, gaat De Wits compositie Link in première. In het kader van November Music reist hij door Zuid-Nederland en Vlaanderen met het audiovisuele stuk Six Songs, uitgevoerd op onder meer buizen, bakken water, hendels en enkele mondharmonica's die met stofzuigerslangen zijn verbonden. Kunstenares Janine Huizenga voorziet de muziek van geprojecteerde foto's en langzaam bewegende beelden. De klassieke sopraan Judith Vindevogel neemt de zang voor haar rekening. De relatie tussen vader en zoon speelt in Six Songs een belangrijke rol. Harry de Wit werkt mee aan Hamlet van Mirjam Koen en Ton Lugterink (Onafhankelijk Toneel, 1996) en Koppen van Ivo van Hove (Het Zuidelijk Toneel, 1997), naar de film Faces van John Cassavetes. Muziek van De Wit is te horen in de speelfilm De Verstekeling (1997) van Ben van Lieshout.

1998

In mei gaat tijdens het Impakt Festival in Utrecht de multimediaproductie Bang The Inside (Of Your Black Heart) in première. De basis voor de muziektheatervoorstelling zijn twaalf gedichten van de Amerikaanse schrijver James Purdy. Naast De Wit wordt het stuk uitgevoerd door Elise Loraine (zang), Désirée Delauny (dans, spreekstem), Norbert Mannaert (computereffecten) en Danielle Kwaaitaal (video). Voor de opening van de 51ste editie van het Holland Festival gebruikt Harry de Wit op 10 juni de gevels op het Leidseplein in Amsterdam als klankdecor in het stuk Gevels, uitgevoerd door instrumentalisten, vocalisten, een danseres en 35 pizzakoeriers.Tijdens het Holland Festival verzorgt De Wit muziek bij de voorstelling India Song van het Zuidelijk Toneel. De soundtrack, de eigengebouwde instrumenten en liveuitvoering op het toneel vormen in het stuk één geheel. Hij componeert de muziek bij het ballet The Schliemann Pieces, gechoreografeerd door Ed Wubbe van het Scapino Ballet Rotterdam en gebaseerd op de biografie van de Duitse archeoloog en schatgraver Troje Heinrich Schliemann (1822-1890).

1999 - 2001

De Wit werkt vanaf deze periode samen met stagiaires van de Hoge School voor de Kunsten te Utrecht (HKU), afdeling Geluid/Compositie Nieuwe Media, aan combinaties van akoestische instrumenten met elektronica. Resultaten hiervan worden gebruikt voor opdrachten voor films en documentaires. Harry de Wit is als componist en musicus betrokken bij de toneelvoorstelling Stalker van Toneelgroep Amsterdam. Op het toneel bespelen de acteurs versterkte scharen. Hij schrijft de muziek bij de voorstelling The Massacre At Paris van Marokkaans/Nederlandse schrijver Hafid Bouazza naar het boek van Christopher Marlowe (1564-1593). Tijdens het Theaterfestival in Amersfoort geeft hij een concert waarbij hij muziek speelt uit de theaterstukken waar hij de afgelopen vijf jaar bij betrokken was. Tijdens het concert laat hij vooral zijn zachtere, melancholische kan horen. 25 oktober gaat tijdens de Tromp Muziek Biënnale de percussiecompositie Song For The Bansuri in première. De Wit verzorgt soundtracks bij de speelfilm Îles Flottantes (Nanouk Leopold, 2001) en de documentaire Fatal Reaction: Moskou (Marijke Jongbloed, 2001).

2002 - 2003

Harry de Wit beroert de snaren in de rol van God in de voorstelling Snaren door Toneelgroep Amsterdam. Hij is als componist betrokken bij Het Vuil, De Stad En De Dood van Rainer Werner Fassbinder, uitgevoerd door het Nationale Toneel. In tegenstelling tot het verzet tegen dit stuk in 1987 leidt de uitvoering dit jaar niet tot rellen. In juni 2003, als onderdeel van de internationale Koorbiënnale in de Haarlemse Stadsschouwburg, zit het publiek bij de uitvoering van Whispers Of Heavenly Death 1 op de plek waar gewoonlijk het podium staat en bevinden de uitvoerenden zich ditmaal in de zaal in op de balkons. Whispers Of Heavenly Death 1 is een stuk voor groot koor, slagwerk en accordeonorkest Alphen Opus 2 plus tape en zelfgebouwde instrumenten. De Wit vertelt zijn muzikale verhaal aan de hand van gedichten van Walt Whitman.

2004 - 2005

Speciaal voor het Enschede Muziek Festival 2004 schrijft Harry de Wit een compositie voor blazers, vocalisten, hulpdienstsirenes en een hartslagmeter. De tekst is afkomstig van het gedicht Textielstad van Willem Wilmink. In het seizoen 2004-2005 componeert Harry de Wit bij het Nationale Toneel de muziek voor Ivanov van Tjechov en Elementaire Deeltjes naar het boek van Michel Houellebecq, beide onder regie van Johan Doesburg. Zijn muzikale theaterbijdragen worden aan het eind van het seizoen beloond met de Proscenium Prijs 2005. Andere theaterstukken met De Wits bijdragen zijn Oersonate bij het Nationale Toneel met actrice Antoinette Jelgersma en Demonen onder regie van Johan Doesburg.

2006 - 2010

Pianist Kees Wieringa brengt de cd A New Sound uit (Do Records, 2006) met naast For Cornelius van Alvin Curran het stuk Sleepers van Harry de Wit, opgenomen in het Concertgebouw Amsterdam in 2003. Met de Prijs van de Nederlandse Dansdagen, bestaand uit een geldbedrag van 12.000 Euro, maakt Harry de Wit in 2007 een nieuw werk in de oude Maastrichtse cementfabriek ENCI. Muziek van De Wit is te horen in de documentaire Voices Of Bam (Maasja Ooms en Aliona van der Horst, 2006), Goud (Niek Koppen, 2007), Utrecht CS (Annette Apon, 2007), Boris Ryzhy (Aliona van der Horst, 2008) en Among Horses And Men (Marjoleine Boonstra, 2010).

2011

Harry de Wit wordt genomineerd voor een Gouden Kalf voor zijn score bij Brownian Movement van Nanouk Leopold.