all works
popular works
Concerto (nº 2) : per violoncello and orchestra / Julius Röntgen
Genre:
Orchestra
Subgenre:
Cello and orchestra
Scoring:
3222 4230 str vc-solo
String Trio Nº 4 (Walzer Suite) / Julius Röntgen
Genre:
Chamber music
Subgenre:
String trio (violin, viola, cello)
Scoring:
vn vla vc
Trio Nº 3 - 'Entam' : voor viool, violoncello en piano / Julius Röntgen
Genre:
Chamber music
Subgenre:
Piano trio (piano, violin, cello)
Scoring:
vl vlc pf
latest edition
Drei Praeludien und Fugen : for orchestra / Julius Röntgen; edited by John Smit
Genre:
Orchestra
Subgenre:
Orchestra
Scoring:
picc 2fl 2ob 2cl 2fg 4h 3tpt 3trb tb timp perc triangle hp cel str
composer
Röntgen, Julius
Nationality:
Netherlands
Date of birth:
1855-05-09
Date of death:
1932-09-13
Website:
Officiële website
;
Treasured Composer's Page
Julius Röntgen, a prolific composer, was born on May 9, 1855 in Leipzig (Germany). He was the son of the violin player Engelbert Röntgen and the pianist Pauline Klengel. He grew up with the strong musical tradition of this city, where his father played in the Gewandhaus Orchestra. Julius died on September 13, 1932 in Utrecht (The Netherlands).
From 1869 to 1873, Röntgen studied piano with Louis Plaidy and Carl Reinecke in Düsseldorf. He ended his studies with the Munich composer Franz Lachner and with the cantor and theory teacher Ernst Friedrich Richter in Leipzig.
After spending his childhood in Leipzig, he accepted a position as a head teacher at the Muziekschool of the Maatschappij tot Bevordering der Toonkunst Amsterdam (Music school of the Society for the Promotion of Music, Amsterdam) in 1878. He has left a mark on Dutch musical life as a composer, pianist, conductor, organiser of concerts and teacher ever since. During the next 28 years, Röntgen organized “Soirees voor Kamermuziek” (Soirees for Chamber music) in the building Felix Meritis.
In 1884, he co-founded the Amsterdam Conservatory of Music and first worked for this institute as a teacher and later on as managing director (1912).
As pianist, Röntgen played all piano concerts of Ludwig van Beethoven with the Concertgebouw Orchestra, conducted by Willem Kes, in the season 1893/1894. Also, he organised a Grieg Festival in 1897 and a Brahms festival in 1898.
Furthermore, he worked together with the bass John Messchaert, the cellist Pablo Casals and the violinist Carl Flesch. With his two oldest sons, he constituted the Röntgen Trio in 1912. His years of friendship with Edvard Grieg is documented in the correspondence, which was published by Röntgen in 1930.
In 1924, he retired from Amsterdam musical life and moved to Bilthoven in order to commit himself entirely to composing.
Julius’ extensive body of work, containing more than 600 compositions, consists of symphonies, concertos, chamber music in various settings, songs, works for choir and operas.
His first compositions were published in 1871. From 1892, Röntgen spent most of his summers in Denmark. The Norwegian folklore can be heard in his works, such as the suite ‘Aus Jotunheim’ (1892, originally for violin and piano, and also for orchestra).
During the last period of his life, from 1924 until 1932, he wrote in excess of two hundred works, including 18 symphonies.
On the occasion of his 75th birthday, Julius Röntgen was granted an honorary doctorate by the University of Edinburgh. At an homage in the Amsterdam Concertgebouw, he played his sixth and seventh piano concerto.
In 2007, Jurjen Vis graduated at the University of Utrecht with the Dutch biography “Gaudeamus: het leven van Julius Röntgen (1855-1932), componist en musicus” (“Gaudeamus: the life of Julius Röntgen (1855-1932), composer and musician”). The book was published by Waanders in Zwolle.
1855
Julius Röntgen wordt op 9 mei te Leipzig geboren als zoon van de uit Deventer afkomstige violist Engelbert Röntgen en de pianiste Pauline Klengel. Hij groeit op met de sterke muzikale traditie van deze stad, waar zijn vader in het Gewandhausorchester speelt.
1869 - 1873
Het wonderkind maakt zijn debuut als componist en pianist in Düsseldorf. Röntgen studeert piano bij Louis Plaidy en Carl Reinecke. Zijn leerjaren sluit hij af bij de Münchense componist Franz Lachner en bij de cantor en theorieleraar Ernst Friedrich Richter in Leipzig. In 1871 worden zijn eerste composities gedrukt.
1874 - 1875
Röntgen is door velen als een zeer beminnelijk persoon beschreven, en lange vriendschappen met collega's zijn daarvan het bewijs. Hij heeft zijn eerste ontmoeting met de 22 jaar oudere Johannes Brahms, die op zijn componeren de grootste invloed zal uitoefenen. In het volgende jaar ontmoet hij Edvard Grieg.
1878 - 1906
Julius Röntgen vestigt zich in Amsterdam, waar hij zijn loopbaan begint als pianoleraar aan de muziekschool. Gedurende vele jaren organiseert Röntgen 'Soirees voor Kamermuziek' in gebouw Felix Meritis.
1884
Röntgen is betrokken bij de oprichting van het Amsterdamse conservatorium, waar hij zijn lespraktijk voortzet. Hij speelt Brahms' 'Tweede Pianoconcert' onder leiding van de componist, die ontzet is over het lage peil van de Nederlandse orkestcultuur. In de zomer brengt hij het eerste van vele bezoeken aan Grieg in Noorwegen.
1886 - 1898
Röntgen volgt Johannes Verhulst op als muziekdirecteur van de Amsterdamse afdeling van de Maatschapij tot Bevordering der Toonkunst. Aan zijn leiding komt een einde wanneer Willem Mengelberg, dirigent van het Concertgebouworkest, deze functie tot zich trekt. Vanaf 1892 brengt Röntgen de meeste zomers door in Denemarken. Daar sluit hij vriendschap met de componist Carl Nielsen, wiens werk hij in Nederland introduceert. De Noorse folklore heeft sporen nagelaten in zijn werken als de suite 'Aus Jotunheim' (1892, oorspronkelijk voor viool en piano, ook voor orkest). In het seizoen 1893/1894 speelt Röntgen alle pianoconcerten van Ludwig van Beethoven met het Concertgebouworkest onder leiding van Willem Kes. Hij leidt een Grieg-festival in 1897 en een Brahms-festival in 1898.
1900 - 1924
Als pianist werkt Röntgen samen met de bas Johannes Messchaert, de cellist Pablo Casals en de violist Carl Flesch. Vijf van zijn zes zoons zijn musici. Uit zijn eerste huwelijk (1880-1894) met de violiste Amanda Maier zijn dit de violist Julius jr. en de cellist Engelbert jr.. Uit zijn tweede huwelijk (1897-1932) met Abrahamina des Amorie van der Hoeven zijn dit : Johannes (pianist, dirigent en componist), Edvard Frants (cellist) en Joachim (violist). Met zijn beide oudste zoons vormt hij in 1912 het Röntgen Trio. Van 1912 tot 1924 is Röntgen directeur van het conservatorium in Amsterdam. In 1919 krijgt Röntgen de Nederlandse nationaliteit.
1925 - 1932
Julius Röntgen verhuist naar Bilthoven, waar zijn zoon Frants voor hem de villa Gaudeamus heeft gebouwd. Als componist is hij in deze laatste periode bijzonder productief; hij schrijft meer dan 200 werken, waaronder achttien symfonieën. Zijn jarenlange vriendschap met Edvard Grieg is gedocumenteerd in de door Röntgen in 1930 uitgegeven briefwisseling. Ter gelegenheid van zijn 75e verjaardag wordt hem door de universiteit van Edinburgh een eredoctoraat verleend, en bij een huldiging in het Amsterdamse Concertgebouw speelt hij zijn zesde en zevende pianoconcert. Julius Röntgen overlijdt op 13 september 1932 in Utrecht.
2007
Jurjen Vis promoveert aan de Universiteit van Utrecht op de biografie 'Gaudeamus: het leven van Julius Röntgen (1855-1932), componist en musicus'. Het boek verschijnt bij uitgeverij Waanders in Zwolle.