all works
popular works
Symphonie no. I : (1932) / Guillaume Landré
Genre:
Orchestra
Subgenre:
Orchestra
Scoring:
3333 4331 timp perc str
Strijkkwartet no. III : (1949) / Guillaume Landré
Genre:
Chamber music
Subgenre:
String quartet (2 violins, viola, cello)
Scoring:
2vl vla vc
Permutazioni sinfoniche : per orchestra, (1957) / Guillaume Landré
Genre:
Orchestra
Subgenre:
Orchestra
Scoring:
3332 4330 timp perc xyl str
latest edition
Quintetto : flauto, oboe, clarinetto, fagotto, corno, 1930 / Guillaume Landré
Genre:
Chamber music
Subgenre:
Wind quintet
Scoring:
fl ob cl h fg
composer
Landré, Guillaume
Nationality:
Netherlands
Date of birth:
1905-02-24
Date of death:
1968-11-06
The most frequently named 20th-century composer in works surveying Dutch music history, according to research conducted by Gert Floor, an archivist at The Netherlands Music Institute in The Hague, is surprisingly enough Guillaume Landré, though today he is relatively unknown. Landré not only composed operas, orchestral pieces, solo concertos and chamber music, but also held a number of administrative positions in music and was an important figure in national and international copyright organisations. His compositional style was largely influenced by Willem Pijper. In many of his later works, he used twelve-tone rows without strictly applying dodecaphonic technique.
1905 - 1922
Guillaume Landré wordt op 24 februari in Den Haag geboren. Zijn eerste muzieklessen krijgt hij van zijn vader, componist en muziekcriticus Willem Landré, en van Henri Zagwijn. Via dirigent Evert Cornelis komt de jonge Landré in aanraking met alle belangrijke stromingen in de nieuwe muziek van dat moment.
1923 - 1928
Landré studeert rechten aan de Rijksuniversiteit in Utrecht en neemt daarnaast compositielessen bij Willem Pijper.
1929 - 1930
Guillaume Landré wordt muziekcriticus voor het dagblad 'De Telegraaf'. Hij begint een baan als docent handelsrecht en economie aan de Tweede Openbare Handelsschool in Amsterdam.
1934
Met zijn komische opera 'De Snoek' boekt Landré succes bij een groot publiek.
1941 - 1942
Landré stopt met schrijven voor De Telegraaf. Ingegeven door de oorlogshandelingen schrijft hij zijn grote werk voor koor en orkest 'Piae memoriae pro patria mortuorum' (1942), waarin de melodie van het Wilhelmus gecombineerd wordt met een fragment uit de requiemmis.
1947 - 1958
Landré geeft zijn docentschap aan de Tweede Openbare Handelsschool in Amsterdam op voor een functie als secretaris van de Raad voor de Kunst.
1952 - 1960
Guillaume Landré is voor drie jaar artistiek directeur van het Concertgebouworkest. Daarna neemt hij zitting in het bestuur van het Concertgebouworkest. Zijn compositie 'Kamersymphonie' (1952) wordt bekroond met de Van der Leeuwprijs 1955. Landré is jarenlang voorzitter van het Genootschap van Nederlandse Componisten, en vice-voorzitter van de International Society for Contemporary Music. Daarnaast bekleedt hij bestuursfuncties bij verschillende andere muziekinstellingen, waaronder Donemus en de Nederlandse Operastichting. Bovendien is hij bestuurslid van BUMA en speelt hij als jurist een belangrijke rol in de wereld van het auteursrecht.
1961 - 1965
Guillaume Landré ontvangt de Visser Neerlandia-prijs voor zijn orkestvariaties 'Permutazioni sinfoniche' (1957) en in 1964 wordt hem voor zijn gehele oeuvre de Sweelinckprijs, de grote staatsprijs voor muziek, toegekend. Tijdens het Holland Festival 1965 gaat zijn opera 'Jean Lévecq' (1963) in première.
1968
De opera 'La symphonie pastorale' (1964), naar de novelle van André Gide, gaat op 31 maart in Rouen (Frankrijk) in première. Guillaume Landré overlijdt op 6 november in Amsterdam.