all works

162 works in Donemus catalogue

popular works

Neue Niederländische Klaviermusik : = Contemporary Dutch piano music, Heft 2 = Book 2 / mit Werken von = containing works by J. Andriessen, R. du Bois, G. Janssen ... [et al.], herausgegeben von = edited by Ton Hartsuiker

Genre: Chamber music
Subgenre: Piano
Scoring: pf

Kleine suite : voor kopertrio (2 trompetten si [mol] en trombone), 1958 / Hans Kox

Genre: Chamber music
Subgenre: Brass Ensemble (2-8 players)
Scoring: 2trp trb

String quartet no 2 : 1996 / Hans Kox

Genre: Chamber music
Subgenre: String Quartet (2 violins, viola, cello)
Scoring: 2vl vla vc

latest edition

Concerto : per violoncello ed orchestra / Hans Kox

Genre: Orchestra
Subgenre: Cello and orchestra
Scoring: vc-solo fl ob cl fg trb(trb-b) perc str

 

composer

Kox, Hans

Nationality: Netherlands
Date of birth: 1930-05-19
Date of death: 2019-02-25
Website: Featured Composer's Page ; Officiële website

Hans Kox was born in Arnhem on May 19, 1930 and died on Februabry 25, 2019

Education: Hans Kox, whose father was a choral conductor and organist, studied at the Utrecht Conservatory from 1946 to 1948. After two years, he switched to the Amsterdam Conservatory, where he studied piano with Jaap Spaanderman from 1948 to 1951 and composition with Henk Badings from 1951 to 1955.

Career: From 1957 to 1970, Hans was director of the music school in Doetinchem, from 1970 to 1974 musical advisor of the North Holland Philharmonic Orchestra (Haarlem) and from 1974 to 1984 he taught composition at the Conservatory of Music in Utrecht. While still a composition student, he made his debut at the Gaudeamus Music Week with both a string trio and a piano sonata.
On the occasion of his 75th birthday, a biography titled’ Hoog Spel’ was published in May 2005, written by Bas van Putten.

Compositions: From 1984, Hans Kox devoted himself entirely to composing. To that end, he seclude himself, for “Composing is simply the loneliest profession on earth. I knew that when I got started, and, actually, I wouldn’t have it any other way.” In more than 50 years, Kox completed about 150 compositions. His music has no specific intentions or meaning. Kox describes his music as “just music, sound. Music is itself, however one wants to interpret this.”

Hans Kox received numerous commissions from, among others, the Concertgebouw Orchestra, Buma Cultural Fund, the Dutch government; from Germany, Belgium, Venezuela and the United States. For the Scheveningen International Music Competition 1987 Kox wrote the compulsory work ‘Le Songe du Vergier’ for violoncello and orchestra.

In commemoration of the Dutch Liberation's 40th anniversary Kox composed the ‘Anne Frank Cantata (a Child of Light)’, which was premièred on the 4th of May 1985. This piece is a part of the ‘War Trilogy’ together with ‘In those Days’ (1969) and ‘Requiem for Europe’ (1971).

The oratorio ‘Sjoah' for soloists, choir and orchestra was written in 1989. Kox also wrote the opera's ‘Dorian Gray’ and ‘Das grüne Gesicht’, the cantata ‘Credo quia absurdum’, three symphonies and violin concertos. In March 2003, the opera R’ochester's second bottle’ was performed in Birmingham. The ‘4th Violin Concerto’ was written for the British violinist Daniel Hope and the Rotterdam Chamber orchestra, premièred in May 2005.

His most recente works include ‘Sonate nº. 2’ for violoncello solo (2011), ‘Symphony Nº 6’ for mixed choir and orchestra (2012), ’Stray Birds’ for trumpet / organ duet (2015) and ‘String Quartet Nº 3’ (2015).

Awards: Hans Kox was awarded various prizes: in 1954 for ‘Preludium and Fugue’ at the Haarlem International Organ Competition, in 1956 the Cultural Prize of the City of Arnhem and the Music Prize of the City of Amsterdam, in 1959 the Visser-Neerlandia Prize for ‘Symfonie no. 1’, in 1970 the Prix Italia for ‘In Those Days’, and in 1974 the First Prize of the Rostrum of Composers for ‘L’Allegria'. On November 28, 2010, Hans Kox received the Penning van Verdienste (Medal of Merit) of the city Haarlem.

1930

Hans Kox wordt op 19 mei in Arnhem geboren.

1946 - 1948

Eerst studeert Hans Kox bij zijn vader, die organist en koordirigent is. Vervolgens begint hij een muziekstudie 'buitenshuis' aan het Utrechts Conservatorium. Na de twee jaar stapt Kox over naar een pianostudie bij Jaap Spaanderman in Amsterdam.

1951

Henk Badings neemt Hans Kox als student compositie aan. Badings, wiens vakmanschap Kox bewondert, bereidt zijn student voor op het staatsexamen.

1953 - 1954

Met twee composities neemt Hans Kox deel aan de Gaudeamus Muziekweek in Bilthoven. Zijn muziek is zonder boodschap of bedoeling. Zelf zegt Kox hierover: "Ik wil met mijn muziek niets filosofisch zeggen. Mijn muziek is alleen maar muziek, klank wat je daar verder ook onder moet verstaan. Ik wil geen enkele boodschap verkondigen. Muziek is zichzelf wat je daar ook verder onder moet verstaan. Muziek is zichzelf en als het iets uitdraagt is het mijns ondanks." Tijdens het Internationale Orgelconcours te Haarlem wordt 'Preludium en Fuga' (1954) onderscheiden met een derde prijs.

1955 - 1956

Kox sluit met succes zijn studie bij Henk Badings af. De 'Little Lethe Symphony' (1956) voor jeugdorkest wordt voltooid. Kox krijgt een aanstelling als directeur van de Muziekschool te Doetinchem. Hij wordt dit jaar onderscheiden met twee prijzen: de Culturele Prijs van de Gemeente Arnhem en de Muziekprijs van de Gemeente Amsterdam.

1957 - 1959

Kox componeert 'Concertante muziek' voor hoorn, trompet, trombone en orkest. Het is een opdrachtcompositie van het Concertgebouworkest tere ere van het 25-jarige dirigentschap van Eduard van Beinum. Hans Kox krijgt de Visser-Neerlandia Prijs voor zijn eerste Symfonie (1959).

1961

Kox componeert voor de derde maal een werk - 'Vier stukken voor strijkkwartet' - in de zogeheten 31-toonsstemming, een toonsysteem dat in de 17e eeuw is ontworpen door Christiaan Huygens. Eerder schreef hij de 31-toonswerken 'Passacaglia en koraal' (1960) voor orgel, en 'Drie stukken' (1958) voor viool.

1966

De tweede 'Symfonie' wordt voltooid. Hoewel hij nog altijd gegrepen is door de symfonische taal van Gustav Mahler schudt hij die invloed van zich af om meer formele vrijheid te verkrijgen. Ook experimenteert hij met ongebruikelijke timbre-effecten.

1969

Kox componeert 'In those days', voor twee gemengde koren en orkest. Kox dirigeert zelf de eerste uitvoering. Op 4 mei, tijdens de Dodenherdenking, is daarvan een opname te zien op de Nederlandse televisie.

1970

In navolging van György Ligeti past Hans Kox de nieuwe technieken toe in het orkestwerk 'Phobos'. De televisieopname van 'In those days' krijgt de Prix Italia. De componist verhuist naar Haarlem en wordt adviseur bij het Noordhollands Philharmonisch Orkest.

1971

In 'Six one-act plays' zet Kox zijn verkenning van nieuwe vormen en timbres voort. Het 'Requiem for Europe', voor vier gemengde koren, 2 orgels en orkest, wordt voltooid.

1973

Hans Kox begint aan de opera 'Dorian Gray' op een eigen libretto, naar de roman van Oscar Wilde.

1974

Kox wordt benoemd tot docent compositie aan het Utrechts Conservatorium. Hij ontvangt de 1e Prijs van het Rostrum of Composers voor L'Allegria (1967) voor sopraan en orkest.

1983 - 1984

'Irold's youth' voor orkest, is geschreven voor het 50-jarig jubileum van symfonieorkest Con Brio te Amsterdam. Kox beëindigt zijn docentschap compositie aan het Utrechts Conservatorium.

1985

De 'Anne Frank cantate (A child of light)' gaat op 4 mei in première. De 'Amsterdam cantate' komt gereed en Kox voltooit zijn derde 'Symphony'. De motto's daarvan zijn afkomstig uit het bijbelboek Jesaja.

1987

Voor het Internationale Muziekconcours Scheveningen schrijft Kox het verplichte werk, 'Le songe du Vergier', voor cello en orkest.

1989 - 1991

Het oratorium 'Sjoah', een opdracht van de NCRV ter gelegenheid van het 65-jarig bestaan, gaat op 17 november in première. De opera 'Das grüne Gesicht' wordt na tien jaar voltooid.

1995 - 1998

'Das Credo quia absurdum', is één van Kox' composities die de vervolging van de Joden gedurende de twintigste eeuw thematiseert. In 1998 voltooit Kox 'Das Lied des Exils' voor hobo en orkest.

2003

In maart gaat de kameropera 'Rochester's second bottle' in première in Birmingham.

2005

De vijfenzeventigste verjaardag van Hans Kox wordt dit jaar gevierd met een aantal concerten met premières. In opdracht van De Doelen componeert Kox zijn vierde vioolconcert voor de Britse violist Daniel Hope en het Rotterdams Kamerorkest. Bij de première op 26 mei wordt tevens het boek 'Hoog spel: Het levensverhaal van componist Hans Kox' van Bas van Putten (uitg. Contact) gepresenteerd.

2008

Op 25 april klinkt in Utrecht de première van 'Those evenings of the brain' voor sopraan en orkest, op gedichten van Emily Dickinson.

2010

Hans Kox ontvangt op 28 november de penning van verdienste van de stad Haarlem. De uitreiking vindt plaats in de Philharmonie, na een muzikale hommage aan de Haarlemse componist, die dit jaar de tachtigjarige leeftijd bereikt.

2011

De geplande semi-concertante première van de opera 'Das grüne Gesicht' (1991) tijdens het Holland Festival 2012 is door het Residentie Orkest afgezegd ten gunste van een concert in het hoofdkantoor van de Verenigde Naties in New York.

2012

De eenakter 'Lalage’s Monoloques', voor sopraan, viool en piano naar een tekst van Edgar Allan Poe, gaat op 31 maart in première in het voormalige stoomgemaal Museum de Cruquius in de Haarlemmermeer.