composer

Horst, Anthon van der

Nationality: Netherlands
Date of birth: 1899-06-20
Date of death: 1965-03-07
Website: Treasured Composer's Page

Anthon van der Horst was born on June 20, 1899 in Amsterdam and died on March 7, 1965 in Hilversum. His father Hendrik was organist and conductor of an amateur orchestra. At age four, Anthon and Hendrik played the romantic symphonic repertoire with four hands on piano. The great musical talent of Anthon was soon evident.
In 1915, Anthon van der Horst started to study composition with Bernard Zweers and organ and piano with Jean Baptiste Charles de Pauw at the Amsterdam Conservatory. He graduated cum laude in his organ studies.
He was a famous organist at home and abroad, mainly due to his concerts. At age fifteen, Van der Horst became the organist of the Walloon Church in Amsterdam. He had also been an organist at the English Church in Amsterdam (1918-1941), the Nederlandse Protestanten Bond (Dutch Federation of Protestants) in Hilversum (1944-1955), the Big Church in Naarden (1955-1964). Moreover, he participated in the furst Dutch improvisationconcert in the Dom Church Utrecht (1938) and made concert tours to a.o. Venezuela, Suriname and the Netherlands Antilles.
In 1921, Van der Horst was involved in the foundation of the Amsterdam Music Lyceum, where he was also appointed as a lecturer. Six years later, he became director of the Hilversum Music Lyceum. In 1935, Van der Horst is appointed as head teacher of organ at the Amsterdam Conservatory. A few years later, he was also appointed as head teacher choral and orchestral conducting. He continued to hold this position, until shortly before his death.
In 1931, Anthin van der Horst became the conductor of the Dutch Bach Society. Under his leadership, the annual performances of the ‘St. Matthew Passion’ and the ‘Hohe Messe’ by Johann Sebastian Bach in Naarden grew into an institution of Dutch musical life. He continued to conduct these concerts until just before his death.
Nevertheless, he believed composing was the most important expression of his musical talent. He wrote more than a 100 works, extensive compositions for orchestra, choir and orchestra, songs, organ works and chamber music.
In the musical language of Anthon van der Horst, an eight tone scale plays an important role, the Modus conjunctus, which was employed for the first time in the ‘Suite in modo conjunctio‘ (1943). Van der Horst’s interest for organ constrcution and contemporary experiments in the area of acoustics and physics of music made him obviously interested in the ideas of Adriaan Fokker and his 31-tone organ (‘Suite voor 31-toonsorgel‘, 1953).
In 1919, Van der Horst received the Prix d’Excellence for organ, as the first in the Netherlands to do so. For his merit as interpreter and expert on liturgical music of Bach, the University of Groningen gave him an honorary doctorate in theology in 1948. Two years later, he was appointed Officer in the Order of Orange-Nassau.
Gert Oost finished the biography “Anthon van der Horst 1899-1965. Leven en werk” in 1992 (Canaletto, Alphen aan den Rijn).

1899

Anthon van der Horst wordt op 20 juni geboren in Amsterdam.

1903 - 1914

De grote muzikale begaafdheid van Van der Horst blijkt al op zeer jonge leeftijd: als vierjarige speelt hij samen met zijn vader Hendrik, organist en dirigent van een amateurorkest, het romantische symfonische repertoire vierhandig op de piano. Zijn vader neemt hem bovendien regelmatig mee naar concerten, waardoor hij in aanraking komt met de Matthäus-Passiontraditie van Willem Mengelberg.

1915 - 1917

Op vijftienjarige leeftijd wordt Van der Horst organist van de Waalse Kerk in Amsterdam. Hij begint zijn opleiding aan het Amsterdams Conservatorium, waar hij compositie studeert bij Bernard Zweers en orgel en piano bij Jean Baptiste Charles de Pauw. Van der Horst behaalt het eindexamen orgel cum laude.

1918

Van der Horst wordt organist van de Engelse Kerk aan het Begijnhof. In 1919 ontvangt hij in het Amsterdamse Concertgebouw uit handen van een internationale jury als eerste in Nederland de Prix d'Excellence voor orgel. Niettegenstaande deze uitzonderlijke onderscheiding bekleedt hij gedurende zijn carrière nooit een vooraanstaande post als organist; zijn bekendheid als organist in binnen- en buitenland heeft Van der Horst hoofdzakelijk te danken aan zijn concertpraktijk. Zo maakt hij op latere leeftijd concertreizen naar onder meer Venezuela, Suriname en de Nederlandse Antillen.

1921 - 1927

Van der Horst is betrokken bij de oprichting van het Amsterdams Muzieklyceum en wordt daar ook als docent aangesteld. In 1927 wordt hij directeur van het Hilversums Muzieklyceum.

1931

Anthon van der Horst treedt aan als dirigent van de Nederlandse Bachvereniging. Onder zijn leiding groeien de jaarlijkse uitvoeringen van de 'Matthäus-Passion´ en de 'Hohe Messe´ van Johann Sebastian Bach in Naarden uit tot een instituut van het Nederlandse muziekleven. Hij blijft die concerten tot vlak voor zijn dood verzorgen. Oost schrijft over Van der Horsts omgang met Bach: "Steeds dieper trachtte Van der Horst in het wezen van deze muziek thuis te raken. Hij dirigeerde Bachs meesterwerken uit een fotografische weergave van het oorspronkelijke handschrift om zich zo heel direct met de componist verbonden te weten. Door dit zoeken naar Bachs werkelijke bedoelingen kwam Van der Horst met zijn Naardense Passiontraditie lijnrecht tegenover de meer romantisch geïnterpreteerde Passievertolkingen van Willem Mengelberg te staan."

1935 - 1937

Van der Horst krijgt een aanstelling als hoofdleraar orgel aan het Amsterdamsch Conservatorium. Tot de organisten die hij opleidt behoren Piet van Amstel, Bernard Bartelink, Jan van der Berg, Piet Kee, Albert de Klerk, Frits Mehrtens, Piet Post, Charles de Wolff en Kees de Wijs. Van der Horst legt in zijn lessen veel nadruk op, behalve het aanleren van techniek, een juiste interpretatie van de orgelliteratuur, en de daartoe benodigde kennis over stijl en achtergrond. Enkele jaren later volgt zijn aanstelling als hoofdleraar koor- en orkestdirectie. Tot vlak voor zijn dood blijft hij deze functie bekleden.

1938

Van der Horst neemt deel aan het eerste Nederlandse improvisatieconcert in de Utrechtse Dom, samen met Cornelis Bute, Hendrik Andriessen en Jan Mul.

1941

Als gevolg van de oorlogsomstandigheden komt er een einde aan zijn functie van organist bij de Engelse Kerk in Amsterdam. "Het door hem begeerde organistschap van de Oude Kerk in Amsterdam - het Vater-Müller-orgel van de kerk had zijn grote voorliefde en inspireerde hem tot verschillende van zijn orgelwerken - ging in 1941 door intriges aan hem voorbij," schrijft Gert Oost.

1944 - 1955

Van der Horst is organist van de Nederlandse Protestanten Bond in Hilversum. In 1948 kent de Rijksuniversiteit Groningen hem een eredoctoraat in de godgeleerdheid toe, voor zijn verdienste als interpreet en kenner van de liturgische muziek van Bach. In 1950 werd hij benoemd tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau.

1955 - 1964

Van der Horst is organist van de Grote Kerk in Naarden, waar hij het Bätz-Witte-orgel bespeelt.

1965

Op 7 maart 1965 overlijdt Anthon van der Horst in Hilversum.

1992

Gert Oost publiceert de biografie ´Anthon van der Horst 1899-1965. Leven en werk´ (Canaletto, Alphen aan den Rijn).