all works

99 works in Donemus catalogue

popular works

Ecce quomodo moritur : gecomponeerd voor mannenkoor a cappella / door Alphons Diepenbrock

Genre: Vocal music
Subgenre: Male choir
Scoring: MK4

Hymne and die Nacht : (No. 2 aus Novalis' "Hymnen an die Nacht"), für Alt Solo und Orchester / Alphons Diepenbrock; lyrics by Novalis

Genre: Vocal music
Subgenre: Voice and orchestra
Scoring: alt-solo 3fl(picc) 3ob(eh) 2c; cl-b 2fg cfg 4h 2tpt 2trb-t tb timp 2hp str

Im grossen schweigen : stemmingsgedicht naar een aphorisme van Friedrich Nietzsche / voor bariton en orkest gecomponeerd door Alphons Diepenbrock

Genre: Vocal music
Subgenre: Voice and orchestra
Scoring: bar 3342 4431 timp perc 2hp str

latest edition

Marsyas : Concertsuite (Balthazar Verhagen) / Alphons Diepenbrock; samengesteld door Eduard Reeser

Genre: Orchestra
Subgenre: Orchestra
Scoring: fl(picc) 2ob(eh) 2cl cl-b 2fg 3h timp perc hp str

 

composer

Diepenbrock, Alphons

Nationality: Netherlands
Date of birth: 1862-09-02
Date of death: 1921-04-05
Website: facebook ; Officiële website ; Treasured Composer's Page

Alphons Diepenbrock is a classicist and composer. Owing in part to this unique combination, he is one of the most interesting personalities in Dutch musical life around 1900. Without developing an actual teacher-student relationship, he serves as a mentor to many much younger composers. He is an inspiration for Jan Ingenhoven, Matthijs Vermeulen, Hendrik Andriessen and Willem Pijper. Diepenbrock’s great interest in literature finds expression in the texts and themes in his many vocal compositions. He is also the author of many essays. Diepenbrock is a self-taught composer.

1862 - 1882

Alphons Diepenbrock, geboren op 2 september 1862 in Amsterdam, groeit op in een katholiek gezin met vijf kinderen. Als kind wordt Diepenbrock aangetrokken door de muziek en speelt hij piano en viool. Zijn wens om naar het conservatorium te gaan wordt door zijn ouders niet gesteund en Diepenbrock gaat klassieke letteren studeren. Geïnspireerd door literaire studievrienden zoals Willem Kloos, begint Diepenbrock regelmatig liederen te componeren. Hij is de eerste componist die de poëzie van De Tachtigers op muziek zet. Daarbij is Richard Wagner zijn grote inspiratiebron.

1888 - 1896

Diepenbrock promoveert aan de Universiteit van Amsterdam op een proefschrift over Seneca: 'L. Annaei Senecae philosophi Cordubensis vita'. In dit jaar wordt hij benoemd tot leraar klassieke talen aan het gymnasium in 's-Hertogenbosch. Componeren doet hij nog steeds in de vrije uren, evenals het schrijven van essays over uiteenlopende onderwerpen als muziek, schilderkunst, literatuur, filosofie, sociale geschiedenis en politiek voor bijvoorbeeld 'De Nieuwe Gids' en 'De Kroniek'. In de schaduw van de Sint-Janskathedraal werkt Diepenbrock aan zijn eerste grootschalige compositie, de 'Missa'. In dit werk voor dubbel mannenkoor, tenor en orgel vermengt hij diverse stijlelementen uit het gregoriaans en de zestiende-eeuwse polyfonie, en is de invloed van Richard Wagner merkbaar. Hoewel alle plannen tot uitvoering van de mis op niets uitlopen, verschijnt de partituur in 1896 met illustraties van de kunstenaar Antoon Derkinderen.

1895 - 1907

Diepenbrock trouwt met Elisabeth de Jong van Beek en Donk (1868-1939), die hij in zijn Bossche tijd heeft leren kennen. Samen vestigen zij zich in Amsterdam, waar Diepenbrock privé-lessen in de klassieke talen geeft en zich meer op het componeren richt. Ze krijgen twee kinderen: Joanna (1905-1966) en Thea (1907-1995). In deze periode komen diverse liederen met orkest tot stand, onder meer op de romantische gedichten van Novalis.

1902 - 1910

Met Willem Mengelberg en Bernard Zweers bereidt Diepenbrock in 1902 het Eerste Nederlandse Muziekfeest voor. De eerste uitvoering van zijn 'Te Deum' bij de opening van dit festival is een groot succes en het wordt als één van de belangrijkste werken van de moderne tijd gezien. Gustav Mahler komt in 1903 naar Amsterdam en er ontwikkelt zich een hechte vriendschap tussen beide componisten, waarin zij elkaars muzikale denkbeelden bespreken. Door zijn bestudering van de partituren van tijdgenoten als Mahler en Richard Strauss verbetert Diepenbrocks vaardigheid in het orkestreren. Diepenbrock ontwerpt met 'Die Nacht' een nieuw genre, het 'symfonische lied'. De uiterst genuanceerde instrumentatie, waarmee de nachtelijke atmosfeer wordt opgeroepen, is even belangrijk als het vocale aspect. De orkestratie met harp, mandoline, soloviool en houtblazers, is heel sprekend. Hier komen de invloedssferen van Mahler en Claude Debussy samen.

1910 - 1921

Gaandeweg keert Diepenbrock zich af van de Duitse cultuur en door het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog wordt deze neiging alleen maar versterkt. De Verlaine- en Baudelaire-liederen illustreren zijn groeiende belangstelling voor de Franse cultuur en in 'Marsyas', de eerste van de 'Toneelmuzieken', klinkt Debussy door. De samenwerking met regisseur Willem Royaards vanaf 1910 levert nog enkele grote composities voor het theater op, de toneelmuziek bij 'Gysbrecht van Aemstel', 'Faust' en 'Elektra'. De première van dat laatste werk kan hij niet meer zelf dirigeren, hij overlijdt op 5 april 1921 in Amsterdam. Kort na Diepenbrocks dood richt een groep bewonderaars het Alphons Diepenbrock Fonds op, dat de vele nog ongedrukte werken van de componist gaat uitgeven.

2012

Dit jaar is het honderdvijftig jaar geleden dat Alphons Diepenbrock in Amsterdam werd geboren. Muziek Centrum Nederland en Stichting Het Alphons Diepenbrock-Fonds presenteren de cd-box ‘Anniversary Edition’, met opnamen van zijn mooiste werken op 8 cd's. De box wordt door Etcetera Records uitgebracht in de Dutch Composers Serie.